Visio maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om d.m.v. online trackers, die pas actief zijn na uw expliciete toestemming, om de koppeling met social media eenvoudiger te maken.

Bel 088 585 85 85 Contact

Toetsen voor blinde en slechtziende leerlingen: hoe werkt dat?

17-03-2025

Toetsen vormen een belangrijk onderdeel van het onderwijs en het volgen van de ontwikkeling van leerlingen. Voor kinderen met een visuele beperking is het belangrijk dat toetsen toegankelijk zijn en dat de nodige aanpassingen worden gemaakt om gelijke kansen te bieden. 
Scholen werken samen met ouders, ambulant begeleiders en andere specialisten om ervoor te zorgen dat de toetsing en beoordeling eerlijk en effectief is. Als ouder kun je betrokken zijn bij dit proces, zodat je slechtziende of blinde kind de ondersteuning krijgt die het nodig heeft om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.

In dit artikel legt Quincy Meijers, ambulant onderwijskundig begeleider bij Koninklijke Visio uit hoe het proces in het basisonderwijs in elkaar zit, welke aanpassingen er mogelijk zijn en welke toetsvormen er zijn.

Hoe worden toetsen in het onderwijs normaal gesproken georganiseerd?

Quincy Meijers: “Scholen bepalen zelf de planning van toetsen, met uitzondering van de doorstroomtoets in groep 8, waarvoor de datum vaststaat. Daarnaast worden de leerlingvolgsysteem-toetsen vaak halverwege en aan het einde van het schooljaar afgenomen. Deze toetsen zijn bedoeld om de voortgang van leerlingen te volgen. De leerlingvolgsysteem-toetsen, die gericht zijn op taal en rekenen, zijn verplicht van groep 3 tot en met 8. Scholen kunnen daarnaast aanvullende toetsen inzetten, zoals methode-gebonden toetsen, drempelonderzoeken, entreetoetsen of intelligentietests, afhankelijk van de behoeften van de leerlingen.”

Leerlinge met visuele beperking werkt aan schoolopdracht op een beeldscherm met behulp van toegankelijkheidssoftware

Verschillende vormen van toetsen: regulier versus speciaal voor kinderen met een visuele beperking

In het basisonderwijs is de doorstroomtoets in groep 8 verplicht. Dit is de toets die vroeger de eindtoets werd genoemd en wordt elk jaar afgenomen in februari. Scholen gebruiken naast de leerlingvolgsysteem-toetsen ook andere toetsen om de ontwikkeling van leerlingen te volgen, zoals observaties, portfolio's en opdrachten.
Quincy: “Voor kinderen met een visuele beperking is het belangrijk dat de toetsen toegankelijk zijn. Visio werkt samen met organisaties zoals CITO om aanpassingen te maken aan de leerlingvolgsysteem-toetsen, bijvoorbeeld door de lay-out aan te passen, het contrast te verbeteren, vergrotings- of audio-ondersteuning te bieden, en zelfs brailleversies van toetsen te leveren.”

Afname van de toetsen

“De afname van toetsen varieert afhankelijk van het type toets. De doorstroomtoets wordt bijvoorbeeld altijd in de eerste twee volle weken van februari afgenomen. Andere toetsen, zoals de leerlingvolgsysteem-toetsen, worden vaak halverwege of aan het einde van het schooljaar afgenomen. De exacte planning is dus afhankelijk van het soort toets”, zo geeft Quincy aan. 

De school is verantwoordelijk voor het bepalen welke toetsen een kind moet afleggen. Quincy benadrukt daarbij: “De ambulant onderwijsbegeleider speelt wel een adviserende rol bij het maken van keuzes over de geschikte vorm van toetsing, vooral als er specifieke behoeften zijn, zoals bij kinderen met een visuele beperking. Ouders kunnen uiteraard ook betrokken worden in dit proces, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de school.”

Leerling vult toetsformulier in met een pen, daarnaast ligt een bril

Toegankelijkheid en aanpassingen

Quincy: “Toetsen kunnen worden aangepast aan de specifieke behoeften en mogelijkheden van een leerling. Dit wordt gecoördineerd tussen de school, ouders en andere professionals zoals de ambulant begeleider of specialisten op het gebied van visuele beperkingen. Aantal hulpmiddelen zijn: het gebruik van braille, audiotoetsen, vergrote tekst of mondelinge afname. Sommige kinderen hebben extra tijd nodig voor het maken van toetsen, wat ook een gangbare aanpassing is.”

De aanpassingen kunnen verschillen per leerling. Ze zijn afhankelijk van de behoeften van de leerling. De aanpassingen kunnen digitaal of op papier zijn.

Digitale aanpassingen: er wordt gekeken naar het gebruik van touchscreen, vergrotingsmogelijkheden, beeldkwaliteit, toetsenbordnavigatie, voorleessoftware en de mogelijkheid om pauzes in te lassen. Sneltoetsen kunnen ook ingezet worden voor een snellere navigatie.

Papieren aanpassingen: de lay-out kan worden aangepast door gebruik te maken van een groter lettertype of een zwart-wit versie. Ook kunnen afbeeldingen beter gecontrasteerd of weggelaten worden als ze niet noodzakelijk zijn, en kan de toets in een groter formaat, bijvoorbeeld A3 of in braille worden aangeleverd. Daarnaast kan het helpen om toetsen op gekleurd papier te printen, zoals geel papier, wat de leesbaarheid kan verbeteren voor sommige kinderen met visuele beperkingen.

Slechtziende jongen kijkt op iPad met vergroting

Beoordeling

De evaluatie van kinderen met een visuele beperking wordt soms anders gedaan dan bij kinderen zonder beperking. Dit kan te maken hebben met de extra tijd die kinderen nodig hebben om de toets af te leggen of het aangepaste format van de toets. De beoordeling houdt vaak rekening met de aanpassingen die zijn gemaakt, zodat het kind niet wordt benadeeld door zijn visuele beperking. Dit zorgt ervoor dat de resultaten van de toets een eerlijk beeld geven van de prestaties van het kind.

Meer informatie?

Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie over de toetsing van uw kind? Neem contact op met de school of met Koninklijke Visio.

 

Snel naar informatie