Foto’s en tekst Floortje Dekkers, verschenen in tijdschrift De Nieuwe Leraar.
Omringd door allerlei hulpmiddelen voelt Lotte zich als een vis in het water op school. Ze heeft een laptop met brailleleesregel, een loep voor rekenen (met heel veel moeite kan ze met één oog heel dicht bij het scherm iets ontwaren) en bijvoorbeeld een grote reliëfatlas van Nederland. De kinderen die bij haar in het groepje zitten wisselen en zijn haar ‘maatjes’. Ze helpen als het nodig is. Klasgenoot Raoul weet alles van computers en springt ook vaak bij. Aanpassingen gaan verder dan het klaslokaal. Trefbal in de gymzaal bijvoorbeeld, kan Lotte meespelen met een rinkelbal.
Hardop benoemen
Leerkracht Kirsten: “Waar ik vooral aan moest wennen, was het steeds hardop benoemen van zaken. Als ik een vraag stel en kinderen steken hun vinger op, dan ziet Lotte natuurlijk niet of er veel of weinig vingers zijn. Ze kon dan soms helemaal ongeduldig op het puntje van haar stoel zitten te wiebelen. Dat los ik op door te zeggen: “Goh, ik zie wel tien vingers in de lucht!”. Dan weet ook Lotte dat ze nog wel even op haar beurt moet wachten. Inmiddels ben ik dat helemaal gewend. Ook dacht ik eerder: ‘help, ik lees helemaal geen braille’, maar Lotte is superslim en vertaalt dingen snel voor mij. Doordat het een zo’n slimme tante is, kan ze zich goed handhaven in de klas. Ik hoef haar maar één keer iets uit te leggen en ze kan er meteen zelfstandig mee aan de slag.” Daarnaast krijgt Lotte hulp van buiten school. Vanuit Visio Onderwijs komt gemiddeld iedere twee weken ambulant onderwijskundig begeleidster Toke. Zij geeft onder meer advies en lost allerlei problemen op, leert Lotte de belangrijkste dingen op haar laptop en biedt, voor zover nodig, hulp op sociaal-emotioneel gebied. Dan is er nog Phili, de aanvullende formatieleerkracht die met haar werkt en aangepaste boeken bestelt. Hélène is een gepensioneerde collega van leerkracht Kirsten. Zij komt twee keer per week voor een typecursus. Lotte leert zo blind typen op een gewoon toetsenbord, zonder brailleleesregel. Verder kijkt Hélène met rekenen mee, leest zo nodig toetsen voor en helpt om leesvaardigheid in braille te vergroten. Dan zijn er ook nog vrijwilligsters Gonny, die bij allerlei dingen bijspringt, en Anja (ook van Visio) die Lotte mobiliteitstraining geeft. Als andere kinderen verkeersles krijgen, gaat Anja met Lotte naar buiten om te oefenen met haar mobiliteitsstok. Niemand van haar klasgenoten vindt het raar dat Lotte blind is. Het klaslokaal van groep 6 is boven in het gebouw. Als de hele klas even buiten op de foto is geweest, haken twee vriendinnetjes gemoedelijk bij Lotte in de arm en zo huppelen ze met z’n drieën de trap weer op. Zelf zegt Lotte: “Ik heb het al vanaf mijn geboorte, voor mij is het normaal. Soms voel ik me hetzelfde als de andere kinderen en soms niet. Er zijn momenten dat ik baal dat ik niet even gemakkelijk iets kan zien, net als de rest. Maar meestal vind ik het niet zo erg.”Zo gewoon mogelijk
Viviane, Lottes moeder, was voordat Lotte naar school ging bang dat ze zou moeten lobbyen om haar kind op een reguliere school te krijgen. Ze is heel blij dat haar dochter zo op haar plek is in hun eigen dorp Gronsveld. Ze kent namelijk ook een Limburgse jongen die dagelijks anderhalf uur (enkele reis) naar het speciaal onderwijs van Visio in het Brabantse Grave gaat met een busje. “Lotte zit vijf minuten verderop. Ze kan lekker afspreken met vriendinnetjes als ze dat wil. Het leven is voor haar zo gewoon mogelijk.”Als de schoolbel gaat, komt er al een vriendinnetje aan rennen. ‘Lotte, zullen we spelen?’ Lotte verzucht: “Dat zou ik heel leuk vinden, maar vandaag heb ik echt een heel drukke dag. Ik heb een interview en er komt iemand thuis om te helpen met de computer”. Thuisgekomen, ze wordt elke dag gebracht en gehaald, smult ze van een broodje ei. Halverwege de lunch komt Jos binnen. Hij is van Optelec, een bedrijf dat hulpmiddelen maakt voor blinden en slechtzienden. Jos is zelf ook blind. Hij heeft zijn blindengeleidehond bij zich. Hij is al twee keer bij Lotte op school geweest en komt nu thuis helpen, omdat er daar problemen zijn met de brailleleesregel. Voor Lotte heeft hij een blindengeleidehondjesknuffel bij zich. Die sluit ze meteen in haar armen en ze hoopt vurig dat ze hem de volgende dag in de klas mag laten zien. Ze gniffelt: “Dan kan ik zeggen ‘Kijk jongens, dit is nou mijn eerste blindengeleidehond’.” Een echte mag ze pas vanaf haar achttiende, legt Jos uit. Daar heeft ze zeker oren naar.
Reacties