Sinds wanneer ben je bij Visio in dienst?
In 2006 ben ik bij Visio in dienst gekomen als neuropsycholoog. Eigenlijk rechtstreeks vanuit de opleiding. Mijn afstudeerstage had ik bij Visio gedaan en toen kwam de kans om daadwerkelijk binnen de organisatie te gaan werken. En die kans heb ik aangegrepen.
Je bent neuropsycholoog, maar wat is het verschil met een “gewone” psycholoog?
Bij een psycholoog denken de meeste mensen aan iemand bij wie je je verhaal kwijt kunt en die je met therapie en training kan helpen als het niet zo goed met je gaat. Deze psycholoog richt zich bijvoorbeeld op sociale vaardigheden, emoties en gedrag, en de problemen die daarmee gemoeid zijn. De neuropsychologie is een aparte tak binnen de psychologie. Een neuropsycholoog is in eerste instantie gericht op het herkennen van problemen in het functioneren door hersenletsel. Dit kan aangeboren of verworven hersenletsel zijn. Maar ook bij mensen met hersenletsel komen gedrags- en emotionele problemen voor. Daarom leer ik in mijn huidige vervolgopleiding tot Gezondheidszorgpsycholoog (GZ-psycholoog) hoe ik deze twee invalshoeken van psychologische zorg kan combineren en kan inzetten wanneer dat nodig is.
Welk hersenletsel kom jij voornamelijk tegen in je werk?
De kinderen waarmee ik werk hebben vaak een vorm van hersenletsel. Meestal is dat rond de geboorte of in de eerste jaren ontstaan, door zuurstoftekort tijdens of vlak na de geboorte, infecties van de hersenen of een ziekte die de hersenontwikkeling verstoort. Als er dan beschadiging optreedt in de visuele banen van de hersenen, ontstaat er een zogenaamde cerebraal visuele stoornis (CVI): een visuele beperking waarvan de oorzaak in de hersenen ligt. Het kan ook zijn dat de kinderen niet-aangeboren hersenletsel hebben, door bijvoorbeeld een ongeluk of een (hersen)ziekte, en dat zij daardoor visuele problemen ervaren in het dagelijks leven.
Wat doet een neuropsycholoog binnen Visio?
Binnen Visio houd ik me als neuropsycholoog hoofdzakelijk bezig met diagnostiek. Feitelijk ontrafel ik het probleem en probeer de vinger op de zere plek te leggen. Daarbij kijk ik allereerst naar de vragen die gesteld worden, naar de problemen die iemand ervaart en hoe deze dingen zich tot elkaar verhouden. Vervolgens bepaal ik welke tests we afnemen om de ontwikkeling van het visueel functioneren en eventueel andere functies in kaart te brengen, zoals motoriek, taal, planningsvaardigheden of de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het onderzoek naar de visuele functies gebeurt altijd in samenwerking met een optometrist of orthoptist. De resultaten van deze onderzoeken verwerk ik in een verslag, waarin ik advies geef over de eventueel in te zetten behandeling. Een belangrijk deel van mijn werk is dat ik de kinderen en hun ouders dankzij de diagnostiek inzicht kan geven in de problematiek. Ik kan ze het probleem (beter) leren begrijpen, wat weer positief bijdraagt aan het omgaan ermee. Daarna kan een praktische training volgen bij een ergotherapeut uit ons team, of kan het kind (of de ouders) verder begeleid worden in het (leren) omgaan met de visuele beperking en eventueel bijkomende ontwikkelingsbeperkingen.
Met welke vragen komen mensen bij jou?
De vragen die ouders, verzorgers, maar ook mensen uit het schoolsysteem stellen, kunnen heel uiteenlopend zijn. Maar ze gaan allemaal over het zien. Bijvoorbeeld: de weg vinden, fietsen en overzicht in het verkeer. Maar ook over lezen of schrijven en ouders niet terug kunnen vinden op een groot schoolplein. Gezien de leeftijd van de kinderen waarmee ik werk, zijn de vragen vaak gekoppeld aan schoolvaardigheden.
We krijgen ook vragen uit de reguliere revalidatie om te kijken of er misschien ook sprake is van een probleem met de visuele waarneming. Dat is niet altijd het geval en dan gaat iemand terug naar die reguliere revalidatie en is in ieder geval uitgesloten dat er ook visuele problemen spelen.
Wat spreekt jou het meeste aan in je functie?
Ik vind het bijzonder prettig om in een team van professionals te werken die, net als ik, de “puzzels” willen oplossen die we voorgelegd krijgen. We varen niet op routine, maar bekijken elke vraag, elk probleem met een frisse open blik. Daarnaast geeft het voldoening om mensen verder te helpen door ze meer inzicht in hun problematiek te geven.
Christiaan Geldof promoveert eind oktober aan de Vrije Universiteit Amsterdam op onderzoek naar CVI bij ernstig vroeggeboren kinderen.
Reacties