Een Cerebrale Visuele Stoornis komt relatief vaak voor bij kinderen die te vroeg geboren zijn, maar ook bij andere kinderen. Welke zoal?
Vogel: “Kinderen met niet-aangeboren hersenletsel of epilepsie bijvoorbeeld. Ook kinderen met syndromen waardoor de aanleg van de hersenen anders is.”
Hoe komen deze kinderen bij Visio terecht?
Vogel: “Kinderen moeten eerst naar een oogarts zijn geweest om te bekijken of er iets met de ogen aan de hand is, en zo ja wat. Pas dan kunnen wij gaan onderzoeken. Eerst doen we een visueel functieonderzoek. Daarna volgt een visueel perceptieonderzoek. Hierin bekijken we de visuele aandacht – kan een kind zijn visuele aandacht richten op wat hij moet zien, hoe is zijn visuele geheugen en kan hij plaatjes onthouden? We onderzoeken ook of iemand zich in een ruimte kan oriĆ«nteren. We hebben kinderen die prima zien dat er een mok op tafel staat, maar misgrijpen als ze hun ogen open hebben en de mok wel goed pakken met hun ogen dicht. Andere kinderen kunnen de mok wel pakken, maar herkennen deze pas wanneer ze de mok voelen.”
Wordt een CVI makkelijk herkend?
Vogel: “Kinderen zijn heel slim en compenseren hun problemen vaak. Zo heb ik een jongetje getest dat geen gezichten kon herkennen maar aan de manier waarop zijn vader of moeder de sleutel in de voordeur stak, wist wie er binnenkwam. Het heeft een paar jaar geduurd voordat men doorhad dat hij geen gezichten kon herkennen. Er is nog veel onbekendheid, vooral in het onderwijs.”
Hoe ziet de behandeling eruit?
Vogel: “Dat wisselt per kind. Een van de dingen die we leren is gestructureerd kijken: van links naar rechts en van boven naar beneden. Soms werken we met een afdekvel. Daarnaast leren we kinderen om waar mogelijk luisteren en voelen in te zetten. Of we proberen de omgeving aan te passen om het makkelijker te maken. Voor deze kinderen is het huidige onderwijs niet altijd geschikt. Ze hebben baat bij heel gestructureerd tellen in plaats van tellen met een gezellig werkblad waar alles door elkaar staat. Leren tellen door te doen, bijvoorbeeld mandarijnen tellen, werkt vaak wel.”
Hoe is uw samenwerking met het onderwijs?
Verburg: “We hebben zelf zes ge-specialiseerde scholen. Ook hebben we ambulante specialisten die kinderen begeleiden op reguliere scholen. Visio wil dat kinderen zo veel mogelijk in de eigen omgeving naar school gaan. Wij willen meedoen mogelijk maken en liever niet de zorg overnemen. We geven daarnaast diverse trainingen om met de visuele beperkingen om te leren gaan.”
Waarin zit jullie expertise vooral?
Verburg: “We hebben voor kinderen en jeugdigen die blind zijn of ernstige visuele problemen hebben twaalf gespecialiseerde teams, verspreid over het land. In elk team zitten gz-psychologen en andere gedragswetenschappers, maat-schappelijk werker(s), ergotherapeuten en ontwikkelingsbegeleiders. Ook de oogarts is betrokken. Allen zijn gespecialiseerd in onderzoek en/of trainen, begeleiden en behandelen van deze doelgroep en hun ouders. We werken nauw samen met het onderwijs en instellingen als revalidatiecentra.”
Vogel: “Dat wisselt per kind. Een van de dingen die we leren is gestructureerd kijken: van links naar rechts en van boven naar beneden. Soms werken we met een afdekvel. Daarnaast leren we kinderen om waar mogelijk luisteren en voelen in te zetten. Of we proberen de omgeving aan te passen om het makkelijker te maken. Voor deze kinderen is het huidige onderwijs niet altijd geschikt. Ze hebben baat bij heel gestructureerd tellen in plaats van tellen met een gezellig werkblad waar alles door elkaar staat. Leren tellen door te doen, bijvoorbeeld mandarijnen tellen, werkt vaak wel.”
Hoe is uw samenwerking met het onderwijs?
Verburg: “We hebben zelf zes ge-specialiseerde scholen. Ook hebben we ambulante specialisten die kinderen begeleiden op reguliere scholen. Visio wil dat kinderen zo veel mogelijk in de eigen omgeving naar school gaan. Wij willen meedoen mogelijk maken en liever niet de zorg overnemen. We geven daarnaast diverse trainingen om met de visuele beperkingen om te leren gaan.”
Waarin zit jullie expertise vooral?
Verburg: “We hebben voor kinderen en jeugdigen die blind zijn of ernstige visuele problemen hebben twaalf gespecialiseerde teams, verspreid over het land. In elk team zitten gz-psychologen en andere gedragswetenschappers, maat-schappelijk werker(s), ergotherapeuten en ontwikkelingsbegeleiders. Ook de oogarts is betrokken. Allen zijn gespecialiseerd in onderzoek en/of trainen, begeleiden en behandelen van deze doelgroep en hun ouders. We werken nauw samen met het onderwijs en instellingen als revalidatiecentra.”
Reacties