Autisme

Autisme is een aangeboren stoornis in de hersenen die levenslang blijft en die op alle gebieden invloed heeft. De informatie die via de zintuigen binnenkomt (prikkels) verwerken mensen met autisme op een andere manier. Daarnaast zijn veel mensen met autisme over- of ondergevoelig voor bepaalde prikkels (bijv. geluid, pijn). Zij nemen vooral waar in details en kunnen er moeilijk een geheel van maken. Het is alsof ze losse puzzelstukjes in hun hoofd hebben, zonder een compleet beeld. Ze vinden het moeilijk om te begrijpen wat er in de ander omgaat, en om te vertellen wat ze zelf beleven en denken. Hun manier van doen is anders.

Juist heel “gewone” dingen gaan bij mensen met autisme niet vanzelf. Zij weten niet precies hoe ze het beste kunnen reageren op andere mensen of op een dagelijkse gebeurtenis, ongeacht hun intelligentie. De wereld is voor mensen met autisme onvoorspelbaar, chaotisch, bedreigend en dit kan leiden tot gedragsproblemen.

Het gedrag van mensen met autisme kan verschillen van persoon tot persoon, maar ook van situatie tot situatie. Thuis, in een vertrouwde omgeving, kan iemand anders zijn, dan op school, werk of in de winkel.

Hoofdkenmerken

  • Mensen met autisme hebben moeilijkheden tijdens het contact met anderen
  • Mensen met autisme hebben problemen met de communicatie
  • Mensen met autisme hebben moeite om dingen te verwerken en hebben problemen met hun voorstellingsvermogen
  • Mensen met autisme houden niet van veranderingen en hebben opvallend beperkte interesses

 

Autisme met een visuele beperking

  • Bij een visuele beperking én autisme is er behalve het informatieverwerkingsprobleem ook een informatietekort. Als de gemiste visuele informatie verbaal verduidelijkt wordt, is dat voor iemand met autisme soms lastig om te verwerken, omdat dit veel prikkels zijn. Ondersteun woorden zoveel mogelijk met concreet materiaal (bijv. een muntje als verwijzer voor boodschappen doen).
  • Iemand met autisme én een visuele beperking weet niet dat een opmerking of vraag voor hem/haar is bedoeld; noem daarom altijd eerst zijn/haar naam.
  • De volgorde van handelingen is voor iemand met een visuele beperking én autisme niet vanzelfsprekend. Om duidelijkheid en voorspelbaarheid te vergroten is het daarom goed om activiteiten in een bepaalde, vaste volgorde aan te leren en daarvan in de uitvoering niet af te wijken. Een stappenplan kan hierbij helpen. Dit geldt ook voor dagelijkse zaken als rituelen rondom opstaan, aankleden, maaltijden etc.
  • Een visueel beperkt autistisch iemand heeft nauwelijks begrip van lichaamstaal en mimiek.
  • Tactiele afweer komt vaak voor. Iemand kan het bijvoorbeeld niet prettig vinden om aangeraakt te worden of kan bepaalde stoffen niet aan het lichaam verdragen en wil daarom bepaalde kleren niet aan. Zelfs water kan “pijn” doen op de huid.
  • Lijkt niet goed te kunnen horen, richt zich niet naar geluiden. (“Leeft in eigen wereld”).


Autisme met een visuele en verstandelijke beperking

  • Bij iemand met autisme, een verstandelijke én visuele beperking zijn er veel tegenstrijdige factoren, die ervoor zorgen dat informatie niet goed opgenomen kan worden. Compensatie van een visuele beperking doet een extra beroep op de intelligentie. Om te weten wat er om je heen gebeurt, vraagt dat veel van het geheugen, voorstellingsvermogen en taalvaardigheid. Extra inzet van de intelligentie is echter niet mogelijk vanwege de verstandelijke beperking. Ook doet iemand met een verstandelijke beperking juist een extra beroep op zijn gezichtsvermogen, dat dus in dit geval ontbreekt of beperkt is.
  • Iemand met een visuele én verstandelijke beperking én autisme heeft moeite met sociale activiteiten. Vanuit zijn visuele beperking kan hij niet goed inschatten wat er om hem heen gebeurt. Dit wordt extra versterkt door het autisme: hij voelt niet aan wat er van hem verwacht wordt en wat de ander wil. Door de verstandelijke beperking kan hij/zij minder teruggrijpen op het geheugen voor eerdere ervaringen of inzichten.
  • Handen zijn heel belangrijk voor iemand met autisme, een verstandelijke en visuele beperking. Handen kunnen overgevoelig zijn. Pak iemand nooit onverwacht vast bij de handen om ze ergens naar toe te begeleiden. Begeleid ze liever vanuit de schouders of armen. Geef ook geen voorwerpen onverwachts in de hand aan. Tik dan eerst de buitenkant van de hand aan voordat je het in de hand stopt.
  • Deze personen vragen vaak veel en ook regelmatig hetzelfde, omdat ze niet kunnen zien wat er gebeurt. Ook kunnen ze niet onthouden hoe dingen gaan, of willen controleren of het gebeurt zoals afgesproken is en daardoor vragen ze hier telkens naar. Het heeft geen zin ze op de herhaling te wijzen. Beter kun je gewoon antwoord geven op de vraag. Dat biedt veiligheid.
  • De persoon met deze beperkingen kan slecht aangeven waar en wanneer hij/zij welke hulp nodig heeft. Soms worden zelfs tegengestelde signalen afgegeven. Ook kan hij/zij moeilijk uiting geven aan de fysieke toestand. Signalen van emotionele aard blijken vaak aanwijzingen voor lichamelijke ongemakken.