“Mijn droom: mensen met een visuele beperking, onbeperkt laten leven. En dat zegt meer over de maatschappij dan over de mensen met een beperking zelf.”
“Praat niet over een koe, maar haal hem in de klas.” Dat is het motto van Marcel Janssen, directeur Onderwijs bij Visio. In zijn loopbaan is dit motto een rode draad. Hij vertelt over zijn jarenlange ervaring tijdens het Visio Symposium "Oog voor #WatKanWel", op 25 september. Een symposium over de toekomst van de zorg en het onderwijs voor slechtziende en blinde mensen. Marcel vertelde ons alvast hoe hij het onderwijs van morgen ziet.
De allerleukste baan
Dat Marcel trots is, is niet te missen. “Ik heb al heel veel jaren de allerleukste baan die er is!” vertelt hij. Ruim 40 jaar geleden is hij gestart als leraar op een school voor blinde kinderen in Grave. “In beginsel is het onderwijs aan blinde en slechtziende kinderen niet veranderd. Je moet elke dag de vertaalslag van de ziende wereld naar de blinde kinderen maken.” Hij legt dit uit aan de hand van een voorbeeld. “Toen ik voor de klas stond, wilde ik laten zien dat jonge eendjes meteen kunnen zwemmen. Dus ik regelde een teiltje en op de kinderboerderij waren een aantal eendjes. Ik liet de kinderen voelen. Maar een van de kinderen drukte het eendje steeds onder water en zei "huh de mijne wil niet in het water?". Het bleek dat hij thuis vissen had en had gevoeld dat vissen onder water zwemmen. Wij zeggen ook dat eenden in het water zwemmen, maar die zwemmen op het water. Een kindje dat dat nooit gezien heeft, weet dat natuurlijk helemaal niet. Daar komt mijn motto ‘praat niet over een koe, maar haal hem in de klas’ vandaan. Voor zienden is het logisch hoe een koe eruitziet, maar iemand met een visuele beperking heeft geen idee hoe groot een koe is.”
Innovatie en technologie
Er zijn natuurlijk ook dingen veranderd in de tijd dat Marcel in het onderwijs werkt. Bijvoorbeeld op het gebied van innovaties en technologie. Al loopt deze doelgroep altijd voor, vertelt Marcel. “Blinde en slechtziende kinderen waren de eerste die met computers werkten op school. Die technologie hebben ze echt nodig en dat blijft zich ontwikkelen. We hebben bijvoorbeeld een app ontworpen voor het vak wiskunde. De app heet "Sensemath" en zet wiskundige formules of grafieken, om naar geluid.”
Het allerbeste onderwijs
Een ander groot verschil heeft te maken met de scholen. “Kinderen die slechtziend of blind zijn, gingen vroeger allemaal naar een internaat. Nu gaat 85% van de leerlingen naar een school vlak bij huis. Mede dankzij onze ambulante onderwijs begeleiders. Daar ben ik heel trots op.” De vrije schoolkeuze blijft echter altijd beperkt, vervolgt Marcel. “Als je een kind hebt met een visuele beperking, dan ben je als ouder wel vaak aangewezen op scholen van Visio of Bartiméus. Die kinderen gun je dan het allerbeste onderwijs. Of je nu op een reguliere school met ambulante begeleiding zit, of op een Visio-school; het onderwijs moet goed zijn. Onze ambitie naar het allerbeste onderwijs heeft geleid tot goede en excellente scholen bij de onderwijsinspectie!”
Focus op de kwaliteiten, niet de beperking
Er is dus veel om trots op te zijn, maar er moeten ook nog heel veel stappen worden gezet. Dat zit hem voornamelijk in de onbekendheid over een visuele beperking in de maatschappij. Daardoor is het voor mensen die slechtziend of blind zijn soms heel lastig om mee te doen. En dat ligt niet aan de personen met de beperking zelf, legt Marcel uit. “Minder dan de helft van de slechtziende en blinde studenten, kunnen hun gewenste vervolgopleiding volgen. Ik ken een blind meisje, zij was student op de Pabo, en deed het ontzettend goed. Toch moest ze stoppen omdat het ‘verzekeringstechnisch’ te moeilijk was om haar voor de klas te zetten. Of het voorbeeld van een jongen die graag fysiotherapeut wilde worden. Hij werd afgewezen omdat hij bij de diagnostiek niet zou kunnen observeren. Hij kan prima behandelen en hij was ontzettend gedreven. En een fysio kan trouwens nooit in een been kijken, die voelen vaak wat er aan de hand is. Maar hij werd bij de voordeur al afgewezen omdat hij die visuele beperking heeft.” Volgens Marcel is het belangrijk om te focussen op de kwaliteiten van iemand, in plaats van op de beperking. Ook hierbij heeft hij een voorbeeld. “Ik heb oud-leerlingen die bij de politie werken. Zij helpen bij het afluisteren van topcriminelen. Omdat zij al hun hele leven gefocust zijn op geluid, horen zij zelfs welk type tram er langskomt. Zij horen veel meer dan jij en ik en zijn dus veel waardevoller op die positie.”
Het Oog voor #WatKanWel Symposium op 25 september is volgens Marcel zo belangrijk, omdat daar mensen komen die echt het verschil kunnen maken. Met als doel een inclusieve maatschappij waarin elk slechtziend of blind persoon gewoon kan leven. “Mijn droom is dat mensen met een visuele beperking, onbeperkt kunnen leven. En dat zegt meer over de maatschappij dan over de mensen met een beperking zelf. Focus eens op "#WatKanWel"!”