De ervaring telt
Om te begrijpen wat de impact is van een visuele beperking, laten we onze bezoekers de wereld van slechtziendheid ervaren. Hoe ziet de wereld eruit als je wazig ziet (zoals bij staar) of wat zie je nog als je vergaande macula degeneratie hebt. Een hele ervaring. “Ik mis het gevoel van veiligheid, van grip; je weet niet wat er op je afkomt”, aldus Reinier Lagerwerf, MT-lid Jeugd & Kansengelijkheid. “Ik zou het lezen missen”, geeft Geluk aan.
Gezamenlijke ambitie: een bijdrage leveren aan toekomstbestendige zorg
Zo’n 350.000 mensen hebben een visuele beperking in Nederland. Door de ouderdom wordt dit getal alleen maar groter. Door deze demografische ontwikkelingen explodeert de zorgvraag terwijl er niet genoeg mensen zijn om in de zorg aan het werk te gaan. Kortom: er moet dus wat gebeuren. Visio zet in op het anders organiseren van onze dienstverlening. Zodat we in de toekomst iedereen met een visuele beperking passende zorg kunnen blijven leveren. De juiste zorg op de juist plek en passend onderwijs.Gemeenten spelen ook een cruciale rol in toekomstbestendige zorg. Ze zijn verantwoordelijk voor het organiseren en coördineren van zorgvoorzieningen op lokaal niveau. Verschuiving, vervangen en voorkomen van zorg is nodig. “Niet stapelen”, zoals Lagerwerf aangeeft, “maar het echt anders doen”.
Getrapte zorg
Visio neemt haar bezoekers mee in haar visie op getrapte zorg: echt zorgen dat mensen eerder weten wat te doen, zelfredzaam kunnen zijn, langer thuis kunnen wonen en aan het werk kunnen blijven. Dat begint al bij jonge kinderen. Bij Visio Onderwijs steunen we de leerlingen in het zelf vinden van hun weg in de maatschappij. Ze klaar stomen voor de toekomst. Mobiliteit is een soort toverwoord hierin. En op de vraag van Leonard Geluk of we hiermee kosteneffectief kunnen zijn, zeggen wij volmondig JA. Onze ondersteuning heeft een grote maatschappelijke impact: langer thuis blijven wonen, specialistische zorg uitstellen, zorgen dat mensen aan het werk kunnen blijven.Inclusieve samenleving
Dit sluit mooi aan bij de visie van de VNG: op weg naar een inclusieve samenleving. Nu doen wat nodig is, om straks sterk genoeg te zijn. Gemeenten weten wat hun inwoners nodig hebben en zij snappen de uitvoering. Zij streven naar zorg dichtbij, op maat. En daar is kennis en kunde voor nodig. In de wijk komen veel dingen samen.Mooi om te zien dat de VNG en Visio die ambitie en uitdaging delen. Maar eenvoudig is het niet. Wat is er voor nodig om de benodigde verandering in te zetten in?
Een frisse blik
We gaan in gesprek met vier leerlingen: Bodhi, Boris, Ubah en Revy. Vierde of vijfde jaars havo-leerlingen, met een zware visuele beperking. De dromen voor hun toekomst hebben ze zelf, zoals makelaar worden of rechten studeren. Wat moeten wij doen om hen daarin te ondersteunen?Bohdi
Ik loop tegen te veel dingen aan. Als het OV niet werkt, kunnen wij niets. Soms doet een tikker het bij het stoplicht niet. Mensen kijken niet naar mij maar naar mijn beperking. En ik word structureel onderschat. De maatschappij is niet gewend aan ons.
Boris
Mijn visuele beperking wordt vaak direct gekoppeld aan mijn denkvermogen; er wordt met mijn ouders gesproken i.p.v. met mij. Er is niets mis met mijn denkvermogen. Ik ga starten met de opleiding Rechten. Nu ik ouder, ben gaat dat gelukkig beter.
Ubah
Wat ik op school leer, is ook bruikbaar thuis en bij allerlei dagelijkse activiteiten. Eerst was ik bang in het OV. Nu reis ik moeiteloos met de bus. Het vervoer van en naar school is wel een probleem. Ik zit bijna 2 uur in een taxi voordat ik op school of thuis ben. Ik vertrek om 7 uur en ben tegen half zes weer thuis. Dan ben ik zo moe dat er geen ruimte is om leuke dingen te doen.
Revy
Bij het voetballen lag de bal in de bosjes, ik kon de bal daardoor niet meer zien. Toen ik mijn vrienden vertelde dat ik slechtziend ben, dachten ze dat ik ze voor de gek hield. Doordat ik nachtblind ben, moeten mijn ogen wel vijf minuten wennen als ik vanuit het daglicht de metro instap, waar het slecht verlicht wordt.
Toegankelijkheid
Na de rondleiding door de school en de eigengemaakte lunch van een aantal leerlingen gaan we in gesprek over toegankelijkheid. Dat is hard nodig voor een inclusieve samenleving. De voorbeelden van de leerlingen en andere praktijkvoorbeelden laten zien dat het nog niet overal in Nederland goed geregeld is. Van looplijnen die bezet worden gehouden, openbare verlichting die niet helpend is, te drukken stationspleinen tot ontoegankelijke gebouwen. Naast fysieke aanpassingen in het straatbeeld en gebouwen ging het ook over toegankelijkheid van websites, digitale middelen en leermiddelen. Het programma “Iedereen doet mee” van de VNG sluit hier helemaal op aan. Marianne Vorthoren, projectleider van dit programma, vertelt over de samenhang.Met inspiratie aan de slag
We praten over kansengelijkheid, maar de daden en acties laten dat nog niet echt zien. “We moeten veel meer samen werken over domeinen heen: onderwijs, zorg, publiek domein samen. Meer in het collectief oplossen” aldus Leonard Geluk. “Het stelsel is te ingewikkeld voor veel mensen. We gaan de grote vereenvoudiging in gang zetten. We moeten komen tot in de leefwereld van de mensen die het nodig hebben. Met duidelijke taal die actie gericht is.”We hebben wat te doen. Zorgen voor goede mobiliteit, goed openbaar vervoer, goede toegankelijkheid en onderhoud van de voorzieningen. Hoe krijgen we de zorg meer bij de mensen. Zelf als kan, digitaal als het kan, thuis als het kan, en pas als dat niet meer lukt een beroep doen op de gespecialiseerd zorg.
Onder de indruk van het mooie werk van Visio, geraakt door de prachtige woorden van de leerlingen over hun gedroomde toegankelijke samenleving en geïnspireerd door de waardevolle gesprekken nemen we afscheid.