Visio maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om d.m.v. online trackers, die pas actief zijn na uw expliciete toestemming, om de koppeling met social media eenvoudiger te maken.

Bel 088 585 85 85 Contact

"Ik ben geen modelblinde"

Geplaatst op 10-11-2017

Hij was de eerste blinde prins carnaval van Nederland. Ralf Habets uit Sittard is een uiterst geëmancipeerde blinde. Hij schreef het autobiografische boek Blik op Scherp. Het leven is mooi. Maar ook een worsteling op vele fronten.

door 
Vikkie Bartholomeus

Hij kijkt met zijn oren, neus en vingers. "Eigenlijk zie ik niks. Licht en donker. Ik zie geen contouren of schimmen, ik zie alleen dat er licht is. Maar ik droom wel nog in beelden. Dat is wel heel bijzonder, die beelden zitten schijnbaar nog ergens in mijn hoofd."

Want toen Ralf Habets (36) geboren werd, was zijn zicht nog ongeveer 10 procent. "Voor mijn gevoel zag ik 'gewoon'. Ik weet hoe een boom eruitziet, ik weet hoe een huiskamer eruitziet, hoe gehaktballen in een pan eruitzien. Dat maakt het natuurlijk wel gemakkelijk om je bepaalde dingen te kunnen voorstellen. Aan de andere kant: je weet nu ook wat je mist." Want langzaam is zijn zicht verdwenen, sinds zeven jaar is hij volledig blind.

Onlangs verscheen zijn boek Blik op Scherp, een bundeling van columns over zijn leven. Verhandelingen over dagelijkse zaken. Over boodschappen doen in het donker. Zijn afkeer van de vaatwasser (probeer maar eens vettige vaat met gesloten ogen in te ruimen). Over zijn getrainde neus en "okselgeuren waar je blokjes van kunt snijden". Over oorverdovende eetgeluiden of de kunst om in de kroeg zonder oogcontact een koud schuimend pilsje op je viltje te toveren.

Snoekduik

Maar Ralf Habets snijdt in zijn columns ook grote thema’s aan. Eenzaamheid. Zorgen over de toekomst. Het gemis van een partner. De hoop op nageslacht. Schrijven is een uitlaatklep voor hem. "Maar het is ook een stukje bewustwording. Ik wil mensen laten ervaren dat het niet zo is dat je met een beperking naast het leven staat. Helemaal niet zelfs." Want hij krijgt soms de meest stomme vragen. Hoe laat de thuiszorg hem ’s ochtends komt aankleden, bijvoorbeeld. Laat het duidelijk zijn: hij is volledig zelfstandig, op wat hulp van zijn ouders na.

Er is nog veel onbegrip voor blinden en slechtzienden, ervaart hij. Dat blijkt onder meer uit een passage over zijn "roodwitte metgezel, mijn trouwe vriend de stok". "Waar sommigen van mijn medemensen ruim baan maken alsof ik gelijk een ambulance met zwaailichten aan kom scheuren, zijn er anderen die stokstijf blijven staan zoals herten die in de koplampen van een auto kijken. Ook zijn er mensen die denken dat het bij hun dagelijkse haast geoorloofd is om even over mijn stok heen te springen of te stappen. Ik kan jullie waarschuwen: meestal heb ik het te laat in de gaten, maar de eerste de beste die het probeert en ik merk het, die help ik onherroepelijk aan een snoekduik waar de gemiddelde keeper jaloers op zou zijn. Lieve mensen, ik spring ook niet over uw kind of hond heen!"

Stroop

Als jongetje van zes ging Ralf naar blindeninstituut Theofaan in Grave. "In die tijd kon het niet anders." Het was behoorlijk wennen. Zijn dagelijkse boterham met stroop en kaas? Mocht niet meer, dat was dubbel beleg. "Ik heb het nooit slecht gehad. Die horrorverhalen over internaten kan ik niet bevestigen. Maar er ­waren wel regels en dat was soms moeilijk voor een kind. Ik moest mijn boterham per se in negen stukjes snijden. Waarom? Tot op de dag van vandaag gooi ik een extra schepje hagelslag op mijn brood. Dat is dan het schepje dat ik vroeger niet mocht."

Ralf vestigde zich als volwassene na wat omzwervingen ook in Grave, waar hij aan de slag ging bij de Koninklijke Visio. In 2011 werd hij zelfs prins carnaval van het Graafse Poothuusburg. Drie jaar geleden kreeg hij van Visio de kans om terug naar Limburg te komen, als fulltime adviseur en revalidatiebegeleider van blinden en slechtzienden.

De terugkeer naar zijn geboortestreek voelde als thuiskomen. Maar het was ook confronterend. Vriendschappen verwateren op afstand. Fundamentele levensvragen borrelen op. De werkdruk is hoog. Hij loopt vast. "Alle gekheid op een blindenstok", eigenlijk staat Ralf op een kruispunt in zijn leven. "Ik hoor de hele dag hoe fantastisch ik het allemaal doe. En dat is misschien wel zo, maar zelf ervaar ik dat niet zo. Want ik ervaar dat ik keihard moet knokken en op heel veel fronten in het ­leven dingen gemist heb. Als het gaat om relaties, vriendschappen, puberteit, seksualiteit. Allemaal stappen die ik heb overgeslagen. Het is alleen maar presteren, presteren. Eigenlijk zit ik nog steeds in het acceptatieproces dat ik beperkt ben. Ik geef dat ook aan cliënten mee. Dit blijft. Tot het moment dat je letterlijk in je kist ligt. Elke keer kom je in nieuwe fases in je leven waarin je geconfronteerd wordt met je beperking."

Gezeur

Hij voelt zich letterlijk ontheemd. Zucht. "Ik heb het heel ver geschopt. Daar ben ik heel trots op, maar dat maakt ook dat je tussen wal en schip valt. Ik voel me niet thuis in de blindenwereld. Bijeenkomsten van visueel beperkten vind ik verschrikkelijk. Ze kunnen alleen maar praten over de taxi die te laat was, de Wajong-uitkering die omlaag gaat en dat ze toch wel heel vroeg moesten opstaan om half tien. Van dat gezeur word ik moe. Maar de ziende wereld kan weer niet met mij uit de voeten. Daar val ik een beetje buiten. De wereld is heel visueel ingesteld, dat is lastig."

Neem zijn huiskamer: met zorg ingericht en gedecoreerd. "Dit is niet standaard. Er zijn hele volksstammen blinde mensen die daar niks om geven. Twee plafonnières van een tientje en verder hangt er niks aan de muur want ze zien het toch niet. Ik heb kunnen zien en ik wil dat ziende mensen zich prettig voelen in mijn huis. Maar ik ken genoeg mensen waar na zeven dagen zeven vieze koffiemokken op tafel staan, waar geen bezieling in het huis zit. Allemaal meubels van de trödelmarkt of failliete bedrijfsinboedels. Ik kan zo niet leven. Ik ben geen modelblinde." En ja: elk jaar heeft hij een kerstboom. "Ik zie die boom niet meer en ook de lampjes niet meer. Daar heb ik ook verdriet van. Maar ik doe het heel bewust wel omdat ik op die manier vasthoud aan het leven. Het idee dat er een kerstboom staat, is voor mij heel fijn."

Inzichten

Als medewerker van Visio heeft hij zijn uitgever Leon van Dorp ontmoet, een cliënt met een progressieve oogziekte. Hij hoopt dat het boek een nieuwe start betekent. Nieuwe contacten, nieuwe inzichten. "Want ook al doe je het goed als persoon met een beperking: je blijft er wel mee worstelen. Ik ben er niet en zal er nooit zijn. Ik zal altijd blijven ­zoeken."

Bron: De Limburger
Auteur: 
Vikkie Bartholomeus

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit dagblad De Limburger.

Reacties

Blog post heeft op dit moment nog geen reacties.
Abonneer

Snel naar informatie