door Vicky Rous
Voordat Frank zijn plek vond in Stramproy woonde hij in een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking in de buurt van Thorn. Dat was dé plek waar je heen ging als je een verstandelijke beperking had. Daarvoor had hij heel wat jaartjes bij een oom en tante van hem gewoond omdat zijn ouders waren overleden. Zij werden echter ouder en na het overlijden van zijn oom is hij in die zorginstelling gaan wonen. Uiteindelijk heeft hij daar 24 jaar gewoond.
De laatste jaren voelde hij zich daar steeds minder op zijn gemak. Hij was de enige slechtziende cliënt daar. En hij was regelmatig bang. Hij schrok enorm van onverwachte geluiden, bewegingen en aanrakingen. Zo was hij helemaal van slag als een medebewoner uit zijn slof schoot. Het personeel wilde wel en was capabel, maar ze konden hem niet de zorg bieden die hij nodig heeft als slechtziende cliënt met een verstandelijke beperking. De begeleiders van Visio Stramproy, met enkel blinde en slechtziende medebewoners, hebben hem veel meer te bieden.
Frank voelde zich er vanaf dag één thuis. Of eigenlijk eerder al
Oom/broer
Later meer over hoe wij zijn uitgekomen bij Stramproy en zijn dagelijkse leven daar. Eerst wil ik iets vertellen over waar mijn lieve oom vandaan komt en wat hij voor ons betekent. Frank is een ‘nakomertje’ uit een grote Limburgse familie. Mijn moeder bekommert zich al bijna zijn hele leven om Frank. Voor mijn moeder was dat ook logisch. Zij was het enige meisje uit een gezin van zeven, waarbij mijn oma ook nog eens jong stierf. Ze is ook zeventien jaar ouder dan hij. Mijn moeder was dus eigenlijk een beetje Franks moeder. En niet zozeer een zus. En ik, de dochter, zie hem meer als broer dan als oom.Mijn vroegste herinneringen aan mijn jeugd in Thorn (niet ver van Stramproy) zijn dat ik met Frank speelde. Voor mij is Frank zo’n vanzelfsprekend en dierbaar deel van mijn leven. Onze wens is dat hij een zo goed mogelijk leven heeft. Daarom zijn wij ook zo blij dat hij na al die jaren eindelijk zijn plek gevonden heeft in Stramproy.
Aangebeld
Wij zijn min of meer per toeval bij Visio in Stramproy terechtgekomen. Mijn vader las er over in de nieuwsbrief van het Huis van de Zorg. Mijn ouders zijn toen gewoon in de auto gesprongen en hebben aangebeld bij de woonlocatie. Degene die opendeed, gaf het nummer van manager Ruud Greijmans (zie ook onderaan dit blog). Daarna zijn mijn ouders en ik gaan praten daar. Dat gaf gelijk een goed gevoel. En zo kwam het dat we op een goede dag met Frank naar Stramproy gingen. Het leek wel een uitje. Voor zover er twijfel nog was, was die na de eerste kennismaking weg. Frank voelde zich er vanaf dag één thuis. Of eigenlijk eerder al.Hij kan ook veel meer dingen zelfstandig. Dat wordt ook actief gestimuleerd
Zelfstandiger
Er is veel veranderd in het leven van Frank sinds hij in Stramproy woont. Hij lijkt wel een ander mens. Zo maakt hij soms ineens een rake opmerking. Dan schieten we echt in de lach. Als op tv bijvoorbeeld een debat aan de gang is, zegt Frank: "Vergader maar, het draait toch op niks uit." Ook maakt hij wel eens zijn eigen verhalen. Als mijn moeder dan zegt: "Ik vraag het na, hoor", zegt Frank al snel: "Oh nee, ik heb het gedroomd."Hij kan ook veel meer dingen zelfstandig. Dat wordt door de medewerkers van Visio Stramproy ook actief gestimuleerd. Hij kleedt zich zelf aan, hij vouwt de was, hij ruimt zijn bord en beker op. En hij gaat er ook prat op dat hij zijn steentje bijdraagt in de keuken. Dat hadden we een paar jaar geleden niet durven hopen.
Opgebloeid
Frank bloeit helemaal op als hij onder de mensen komt. Daar is in Stramproy alle ruimte voor. Zo neemt een vrijwilliger hem regelmatig mee naar het woonzorgcentrum. Daar wordt dan muziek gedraaid en een drankje gedronken. Dat is echt een avondje uit voor Frank. Vindt hij geweldig. Hij is erg gevoelig voor sfeer. Dat heeft ook een keerzijde hoor. Hij kan zich echt ergens in verliezen. Dan is hij zoveel mee bezig met Sinterklaas of met een uitje dat hij vergeet er ook van te genieten als het eenmaal zover is. Gelukkig doen ze bij Stramproy goed aan verwachtingsmanagement.Samen met Stramproy
Je moet altijd rekening houden met wat Frank aankan. Hij heeft een hele warme band met mijn vader. Toen die ernstig ziek werd – mijn vader kreeg slokdarmkanker– hebben we ervoor gekozen het hem niet te vertellen. Wat voor meerwaarde heeft die informatie voor hem? Kanker zegt hem niets. Als Frank vraagt waarom mijn vader en hij nooit meer op de tandem gaan fietsen, zeggen wij dat hij last heeft van zijn knie. Daarmee is de kous dan af. Dit hebben we ook zo besproken met de zorgmedewerkers in Stramproy. Zij waren het hier volledig mee eens. Het welbevinden van Frank staat ook bij Stramproy voorop.Mijn vader is nu gelukkig herstellende, maar we moeten afwachten hoe het precies verder gaat. Het behandeltraject, inclusief een flinke operatie, ligt achter ons.
Reacties