CVI bij mensen met een verstandelijke beperking
U werkt met mensen met een verstandelijke beperking. Zij hebben vaak hersenschade. Dit kan ook schade aan het visuele systeem zijn. De kans is groot dat de cliënten waarmee u werkt visuele verwerkingsproblemen hebben. Een cliënt kan het ene moment een voorwerp direct benoemen of er gericht naar grijpen, terwijl hij het voorwerp later niet lijkt te zien of herkennen. Bij u als begeleider komt dan de vraag boven: “Doet hij dit nu expres of ziet hij het voorwerp echt niet?”
Zien doen we niet alleen met onze ogen
Ondanks dat de ogen gezond zijn, kan iemand toch visuele problemen hebben. Als de beelden niet goed verwerkt worden in de hersenen, spreken we van cerebrale visuele inperking (CVI).
Hoe herkent u CVI bij uw cliënten?
CVI uit zich op verschillende manieren. Symptomen verschillen per persoon en soms zelfs per moment. De cliënt:
- ziet het voorwerp de ene keer wel en de andere keer niet
- kijkt maar kort of vluchtig, staart of kijkt langdurig in een lichtbron
- vertoont beter kijkgedrag in een vertrouwde omgeving
- kan kijken niet combineren met luisteren of handelen
- kijkt naar het voorwerp, draait hoofd weg of reikt zonder te kijken
- sluit ogen of kijkt weg terwijl hij luistert
Heeft uw cliënt mogelijk CVI?
Twijfelt u of een van uw cliënten CVI heeft, neem dan contact op met Visio. Visio geeft u en uw team graag een scholing. Dat kan ook bij u op locatie. Als u CVI herkent en weet hoe u daarmee omgaat, kan dat de kwaliteit van leven van uw cliënt verbeteren.
Vraag over omgaan met CVI bij mensen met een verstandelijke beperking?
Wilt u meer informatie of bespreken welke mogelijkheden er voor u zijn? Lees dan meer in de gele balk onderaan deze pagina onder "Contact en aanmelden". Wilt u meer informatie over de verschillende trajecten? Ga dan naar Revalideren bij Visio.